
Frederik David Kan (Frits) Bosch
Southeast Asia, Indonesia
Curriculum vitae
1887 | born in Potchefstroom (Transvaal, South Africa) on June 17 |
HBS Amsterdam | |
1906-… | studied Dutch language and literature, including Sanskrit at Leiden University; his teachers were among others J.S. Speyer and C.C. Uhlenbeck |
1914 | PhD under J.Ph. Vogel, Leiden University |
1915 | assistant archaeologist and acting director of the Archaeological Service (OD) of the Dutch East Indies, Batavia |
1916-1936 | director of the Archaeological Service (OD) of the Dutch East Indies, Batavia; |
conservator of the archaeological collection of the Batavian Society (BG) | |
1938 | return to The Netherlands |
1938-1946 | ‘bijzonder’ professor in archaeology and ancient history of the Dutch East Indies, Utrecht University, Indologische faculteit |
1946-1957 | professor in archaeology and ancient history of Southeast Asia, Leiden University |
1957 | retirement |
1967 | died in Leiden on July 20 |
Special activities and positions
- Editor of the Oudheidkundig Verslag (Archaeological Report) of the Archaeological Service, 1916-1936
- Chairman of the board of the Batavia Society for Arts and Sciences (BG)
- Editor of the Tijdschrift van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten and Wetenschappen (TBG)
- Chairman of the Kern Institute Association, 1945-1967
- Chief editor of the Annual Bibliography of Indian Archaeology (ABIA) for the years 1938-1962/63
- Chairman of the Royal KITLV
- Editor of the Bijdragen van het KITLV, 1949-
- Chairman of the Oostersch Genootschap
Sources
- Bundel prof. dr. F. D. K. Bosch (= BTLV 114,1/2), [met bijdragen van C.C. Berg, C.Tj. Bertling, W.Ph. Coolhaas … et al.] 1958, ‘s-Gravenhage.
- Hiraṇyagarbha: a series of articles on the archaeological work and studies of F.D.K. Bosch, composed by his friends, his pupils and his colleagues to which is added the address delivered by him at his retirement from the University of Leiden, publ. on the occasion of the fiftieth anniversary of his doctorate on 14th July 1964, [introd. by P.H. Pott, e.a.], The Hague 1964.
- “Biographical note,” pp. 9-11.
- “Bibliographical list of books and articles published by dr. F.D.K. Bosch [up to 1963],” pp. 95-106.
- Pott, P.H., “In memoriam F.D.K. Bosch.” BTLV: 123,4 (1967): 409-426.
- “Prof. F. Bosch overleden,” NRC 22 Juli 1967.
- Kuiper, F.B.J., “Herdenking van F.D.K. Bosch (17 juni 1887 – 20 juli 1967).” Jaarboek KNAW 1967-1968 (1968), pp. 338-345.
- Pott, P.H., “In memoriam F.D.K. Bosch Potchefstroom 17 juni 1887-Leiden 20 juli 1967.” Jaarboek MNL 1971-72: 105-113.
Publications
1910 De Blyde Incomste binnen Amsterdam van syne hoogheyt Frederick Hendrick: den twintigsten van Bloeymaant van den jaare 1642 , Leiden.
1911 & C. Drooglever Fortuijn, Gedenkboek der Maskerade gehouden ter viering van het LXVII lustrum der Leidsche Hoogeschool 20-27 juni 1910, Leiden.
1914 De legende van Jīmūtavāhana in de Sanskrit-litteratuur, Leiden. – PhD thesis Leiden.
1915 Et al. compiler of: Inventaris der Hindoe-oudheden op den grondslag van dr R.D.M. Verbeek’s oudheden van Java, deel 2, Weltevreden (Rapporten van den Oudheidkundigen Dienst in Nederlandsch-Indië 1915; issued 1918).
– “Eene onderscheiding van staande en zittende Buddhafiguren op de reliefs van de Borobudur en elders.” TBG 57: 97-116.
– “De stichtingsoorkonde van Tjandi Plaosan teruggevonden?” OV 1915: 89-91.
– “Oudheidkundig verslag over het 3e kwartaal 1915.” OV 1915: 97-103.
– “De inscriptie van den grafsteen van het gravencomplex genaamd Teungkoe Peuët Ploh Peuët.” OV 1915: 129-130.
– “Oudheidkundig verslag over het 4e kwartaal 1915.” OV 1915 [1916]: 137-147.
1916 “De gouden beeldjes van Demak.” Notulen BG 1916 [1921]: 80-83.
– “Oudheidkundig verslag over het eerste, tweede en derde kwartaal 1916.” OV 1916: 1-11, 35-49 and 71-90.
– “Het heiligdom te Simping.” OV 1916: 51-55.
– “Oudheidkundig verslag over het vierde kwartaal 1916.” OV 1916 [1917]: 99-119.
– “De Sanskrit-inscriptie op den steen van Dinaja (682 Çaka.).” TBG 57: 410-444.
1917 “Oudheidkundig verslag over het eerste, tweede en derde kwartaal 1917.” OV 1917: 1-16, 37-51 and 71-81.
– “Een koperen plaat van 848 Çaka.” OV 1917: 88-98.
– “Oudheidkundig verslag over het vierde kwartaal 1917.” OV 1917 [1918]: 111-120.
– “De bijzetting van koning Kretanagara te Sagala.” OV 1917 [1918]: 135-142.
1918 “Oudheidkundig verslag over het eerste, tweede en derde kwartaal 1918.” OV 1918: 1-15, 47-64; 95-104.
– “Nog eens: De bijzetting van koning Kretanagara te Sagala.” OV 1918: 21-32.
– “Oorkonden van Trawoelan, no. 1 (transcription).” OV 1918: 108-112.
– “Oudheidkundig verslag over het vierde kwartaal 1918.” OV 1918 [1919]: 127-147.
– “Tjandi Djawi een graftempel?” OV 1918 [1919]: 156-163.
– “Oorkonden van Trawoelan, no. 2-6 (transcription).” OV 1918 [1919]: 169-174.
– “Koperen platen van Bloeloek (Lamongan) 1-3 (transcription).” OV 1918 [1919]: 175-177.
1919 Korte Gids voor de archeologische verzameling van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, Weltevreden.
– “Oudheidkundig verslag over het eerste en tweede kwartaal 1919.” OV 1919: 1-14, 41-54.
– “Koperen platen van Bloeloek (Lamongan) 4 (transcription).” OV 1919: 62-65.
– “Oudheidkundig verslag over het derde en vierde kwartaal 1919.” OV 1919 [1920]: 77-93, 125-134.
– “Een oud-Chineesche methode om abklatschen te vervaardigen.” TBG 58: 303-304.
– “Kubhawajrodakena en Toyeng Kuṇḍi Sangkeng Langit.” TBG 58: 429-447.
– “Fragmenten eener vertaling van den Nāgarakrĕtāgama door wijlen Dr. J.L.A. Brandes.” TBG 58: 528-558.
– “Naschrift of Poerbatjaraka’s historische gegevens uit het Smaradahana.” TBG 58: 490-492.
1920 “Een hypothese omtrent den oorsprong der Hindoe-Javaansche kunst.” In: Handelingen van het Eerste Congres voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Java, Solo, 25 en 26 December 1919, Weltevreden, pp. 93-169. – Herdruk 1923.
– “Het steenen zuiltje van Kadiloewih.” Notulen BG 58: 52-59.
– “Oudheidkundig verslag over het eerste kwartaal 1920.” OV 1920: 3-9.
– “Tjandi Soembernanas II: het beeldhouwwerk.” OV 1920: 31-39.
– “Oudheidkundig verslag over het tweede kwartaal 1920.” OV 1920: 45-52.
– “Aanwinsten van de archaeologische collectie van het Bataviaasch Genootschap: de bronzen Râksasa van desa Babadan; de bronzen lamp van Soekadono; een terracotta-antefix uit het Cheribonsche.” OV 1920: 57-61.
– “Oudheidkundig verslag over het derde kwartaal 1920.” OV 1920: 77-92.
– “Epigrafische en iconografische aanteekeningen: 1: Nogmaals de koperen plaat van 848 Çaka; 2: De inscriptie van Ranoe-Kembolo; 3: Een gouden Hindoe-beeldje van Mindanao (Philippijnen); 4: Oudheden ter westerafdeeling van Borneo; 5: Aanvulling op de litteratuur-opgave van Tjandi Prambanan.” OV 1920: 98-106.
– “Oudheidkundig verslag over het vierde kwartaal 1920.” OV 1920 [1921]: 111-118.
– “Jīrṇṇoddhāra.” TBG 59: 326.
– “De inscriptie op het Akṣobhya-beeld van Goṇḍang Lor.” TBG 59: 498-528.
1921 “De inscriptie op het Mañjuçrī-beeld van 1265 Çaka.” BTLV 77: 194-201. – abstract in Verslag OG 1921, pp. 46-47.
– “Oudheidkundig verslag over het vierde kwartaal 1921.” OV 1921 [1922]: 141-158.
1922 “De duizend Boeddha’s van Toen-hoeang.” De Locomotief 26 febr. 1922.
– “Oudheidkundig verslag over het eerste kwartaal 1922.” OV 1922: 3-10.
– “De oorkonde van Sendang Sedati.” OV 1922: 22-27.
– “Oudheidkundig verslag over het tweede en derde kwartaal 1922.” OV 1922: 45-57.
– “Aanwinsten van de archaeologische collectie van het Bataviaasch Genootschap: een bronzen vat van Kerintji; God Brahmā omringd door Maharsi’s.” OV 1922: 65-69.
– “Oudheidkundig verslag over het vierde kwartaal 1922.” OV 1922 [1923]: 99-106.
– Review of: N.J. Krom, Beschrijving van Barabuḍur, eerste deel: Archaeologische beschrijving, ’s-Gravenhage 1920 (Archaeologisch onderzoek in Nederlandsch-Indië 3). TBG 61: 223-267.
– “Toevoeging: het Awataṃsakasūtra, de Gaṇḍawyūha en Barabuḍur.” TBG 61: 267-303.
1923 “Het restaureeren van Hindoe-Javaansche bouwwerken.” Djåwå 2: 1-14.
– “De Banaspati-kop van Tjandi Singosari.” Djåwå 3: 95.
– “Oudheidkundig onderzoek.” In: Gedenkboek van Nederlandsch-Indië 1898-1923, Weltevreden, 235-240. – Ter gelegenheid van het regeeringsjubileum van H.M. de Koningin, 1898-1923.
– “Oudheidkundig verslag over het eerste en tweede kwartaal 1923.” OV 1923: 3-13.
– “De Sanskrit-inscriptie op den steen van Dinaja.” OV 1923: 29-35.
– “Oudheidkundig verslag over het derde en vierde kwartaal 1923.” OV 1923 [1924]: 73-95.
– “Oudheden in particulier bezit I: het Sri-Wedari Museum te Solo.” OV 1923 [1924]: 138-154.
– “Een hypothese omtrent den oorsprong der Hindoe-Javaansche kunst.” NION 8 (1923-1924): 3-9, 35-46, 67-77, 109-120, 133-140, 179-189.
– Review “Een Indische Machiavelli” of: R. Shamasastry (trsl.) and J.F. Fleet (introd. note), Kautilya’s Arthaçastra, 2nd ed., Mysore 1923. Djåwå 3: 171-179.
– Review of: H. Cammerloher, Die Pflanzendarstellungen auf den Reliefs des Barabudur, Leipzig 1923. Djåwå 3: 194.
1924 “Oudheidkundig verslag over het eerste en tweede kwartaal 1924.” OV 1924: 3-13.
– “Oudheidkundig verslag over het derde en vierde kwartaal 1924.” OV 1924 [1925]: 97-115.
– “A hypothesis as to the origin of Indo-Javanese art.” Rūpam 17: 6-41. – transl. of “Een hypothese omtrent den oorsprong der Hindoe-Javaansche kunst,” 1920 en 1923.
– “Welke waarden hebben de oud-Javaansche monumenten voor de huidige en toekomstige Javaansche cultuur?” Djåwå 4: 167-174.
– “Het lingga-heiligdom van Dinaja.” TBG 64,1: 227-291. – Met naschrift van B. Schrieke.
1925 “De Prambanan-tempel.” Djåwå 5: 162-166.
– “Oudheidkundig verslag over het eerste en tweede kwartaal 1925.” OV 1925: 3-22.
– “De oorkonde van Kembang Aroem.” OV 1925: 41-49.
– “Een koperen plaat uit het Sidoardjo’sche.” OV 1925: 50.
– “De oudheden te Palgading,” in cooperation with P.J. Perquin. OV 1925: 61-66.
– “Oudheidkundig verslag over het derde en vierde kwartaal 1925.” OV 1925 [1926]: 69-104.
– “Oudheden in Koetei: bijschriften bij de foto’s van de beelden van den Goenoeng Kombeng, de Rijkssieraden van Koetei en het bronzen Buddha-beeld van Kota Bangoen.” OV 1925 [1926]: 132-146.
– “Oudheden in het Zuidergebergte bij de Kali Opak.” OV 1925 [1926]: 147-149.
– “Een oorkonde van het groote klooster te Nālandā.” TBG 65,3: 509-588.
– & B. de Haan, “Tjaṇḍi Kiḍal,” A. “Bouwkundige beschrijving” door B. de Haan; B. “Historische en iconografische beschrijving” door F.D.K. Bosch.” Publicaties van den Oudheidkundigen Dienst in Nederlandsch-Indië 1: 1-7 and 8-14.
– “Het resultaat van het onderzoek naar Hindoe-oudheden tijdens de Midden-Oost Borneo expeditie, 1925.” Aneta communiqué over de Midden-Oost Borneo expeditie, 1925, III: 31-34.
1926 “Oudheidkundig verslag over het eerste en tweede kwartaal 1926.” OV 1926: 3-36.
– “Transcriptie van een inscriptie uit Goenoeng Kidoel.” OV 1926: 60.
– “Oudheden in particulier bezit: de voormalige collectie Dieduksman.” OV 1926: 61-76.
– “Aanwinsten van de archaeologische collectie van het Bataviaasch Genootschap (c): twee bronzen ruiterbeeldjes uit het Loemadjangsche.” OV 1926: 77-80.
– “Oudheidkundig verslag over het derde en vierde kwartaal 1926.” OV 1926 [1927]: 131-158.
– “Monumenten.” De Indische Bodem 1926: 318-322.
1927 “Oudheidkundig verslag over het eerste en tweede kwartaal 1927.” OV 1927: 3-35.
– “Oudheidkundig verslag over het derde en vierde kwartaal 1927.” OV 1927 [1928]: 87-117.
– “De god met den paardekop.” TBG 67: 124-153. – English version in: F.D.K. Bosch, Selected studies …, The Hague 1961.
– “Gouden vingerringen uit het Hindoe-Javaansche tijdperk.” Djåwå 7: 305-320.
– Review of: R.Ng. Poerbatjaraka, Agastya in den archipel, Leiden 1926 (diss. Leiden). TBG 67: 462-502.
1928 “De inscriptie van Kēloerak.” TBG 68: 1-64.
– “Monumenten-wetgeving in Nederlandsch-Indië.” In: Vergadering Indisch Genootschap 21 Dec. 1928, Den Haag, pp. 111-132.
– “De bescherming van de volkskunsten in Nederlandsch-Indië door een monumenten-wetgeving.” Oedaya 5,12(= no. 67, gewijd aan het ‘congres voor volkskunst’ te Praag): 172-174.
– “De Prambanan-tempels.” Koloniaal weekblad 22 nov. 1928, p. 557.
– “De inscriptie van Keloereak.” TBG 68,1/2: 1-64.
– Review of: ABIA for the year 1926, Leiden 1928. De Gids 92: 275-277.
1929 “Twee belangrijke aanwinsten van het Batavia’sche museum.” In: Feestbundel uitgegeven door het Koninklijk Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen bij gelegenheid van het 150 jarig bestaan 1778-1928, 2 delen, Weltevreden, deel 1, pp. 39-48.
– “Les recherches archéologiques à Java.” Journal Asiatique 215: 297-309.
– “Buddhistische gegevens uit Balische handschriften.” MKAW 68,3: 43-78. – English version in: F.D.K. Bosch, Selected studies …The Hague 1961.
– “Recente reconstructies van Hindoe-Javaansche tempels.” Verslag van het zesde congres van het Oostersch Genootschap in Nederland 1929: 39-40.
– “Aim and methods of archaeological research in Java.” Indian Arts and Letters 3: 79-100.
– “De bronzen klok van Kalasan.” MBK 6: 149-151.
– “Onze kennis van de Oud-Javaansche kunst, vijftig jaar geleden en thans.” IG 51: 1-6.
– “Oudheidkundig verslag over het derde en vierde kwartaal 1929.” OV 1929 [1930]: 129-167.
– “De beteekenis der reliefs van de derde en vierde gaanderij van Baraboedoer: verslag van het onderzoek van de Gandavyūha-hss. der Bibliothèque Nationale te Parijs ingevolge regeeringsopdracht van 23 mei 1929.” OV 1929 [1930]: 179-243.
– Review of: W.F. Stutterheim, A Javanese period in Sumatran history, Surakarta 1929. TBG 69: 135-156.
1930 “Archaeological research in Java.” Gazette de Hollande March 28th and April 11th.
– “In memoriam B. de Haan.” OV 1930 [1931]: 3-8.
– “Oudheidkundig verslag 1930.” OV 1930 [1931]: 9-89.
– “Verslag van een reis door Sumatra.” OV 1930 [1931]: 133-157.
– “De rijkssieraden van Pagar Roejoeng.” OV 1930 [1931]: 202-215.
– “De stichtingsoorkonde van Kalasan.” TBG 70: 379.
– “Nota van het Departement van Onderwijs en Eeredienst inzake de oprichting en de organisatie van een Faculteit der Letteren in Nederlandsch-Indië met kostenraming (in part).” Djåwå 10: 71-106.
– Review of: ABIA for the year 1927, Leiden 1929. Museum 37: 314.
1931 & C.C.F.M. Le Roux, “Wat te Parijs verloren ging.” TBG 71: 663-683.
– “Notes archéologiques I: Le motif de l’arc-à-biche à Java et au Champa; II: La lingodbhavamurti de Çiva en Indochine; III: Un basrelief du Bàyon.” BEFEO 31: 485-497.
1932 “Notes archéologiques IV: le temple d’Angkor Vat.” BEFEO 32: 8-21.
– “Een ontoelaatbaar experiment (Bali en de zending).” Djåwå 12: 258-259.
– “De Oudheidkundig Dienst[: verslag over 1931].” Indisch Verslag 1932 [1932-1933]: 245-247.
– “In memoriam Dr Ir J.W. IJzerman.” TBG 72: 414ab.
– Review of: T. van Erp, Beschrijving van Barabuḍur, tweede deel: Bouwkundige beschrijving, ‘s-Gravenhage 1931 (Archaeologisch onderzoek in Nederlandsch-Indië 3). TBG 72: 113-134.
1933 “Bali en de zending.” Djåwå 13: 1-39.
– “De Oudheidkundig Dienst[: verslag over 1932].” Indisch Verslag 1933 [1933-1934]: 275-277.
– “Het bronzen Buddha-beeld van Celebes’ Westkust.” TBG 73: 495-513.
– Review of: S. Lévi (ed. et trad.), Mahā-karmavibhaṅga (La grande classification des actes) et Karma-vibhaṇgopadeśa (Discussion sur le Mahā-karmavibhaṅga), textes sanscrits rapportés du Népal, Paris 1932. TBG 73: 374-379.
– Review of: A.J. Bernet Kempers, The bronzes of Nalanda and Hindu-Javanese art, Leiden 1933. TBG 73: 379-387.
1934 “De Oudheidkundig Dienst[: verslag over 1933].” Indisch Verslag 1934 [1934-1935]: 258-260.
– “Bijschriften bij de foto’s van eenige belangrijke aanwinsten der Oudheidkundige verzameling in 1932 en 1933.” Jaarboek BG 2: 110-119.
1935 “De ontwikkeling van het museum-wezen in Nederlandsch-Indië.” Djåwå 15,6: 209-221.
– “Summary of archaeological work in Netherlands India in 1933.” ABIA 1933 8 [1935]: 34-38.
– “De Oudheidkundig Dienst[: verslag over 1934].” Indisch Verslag 1935 [1935-1936]: 243-244.
– “Monumentenzorg in Nederlandsch-Indië (1924-1934).” Oudheidkundig jaarboek 4: 66-72.
– “Excavations of Hindu-Javanese antiquities at Prambanan.” Sluyter’s Monthly 1: 113-121.
– Review of: J.R. van Blom, Tjaṇḍi Sadjiwan, Leiden 1935 (Diss. Leiden). TBG 75: 270-272.
1936 “De Oudheidkundig Dienst[: verslag over 1935].” Indisch Verslag 1936 [1936-1937]: 269-270.
– “Het Boroboedoer onderzoek.” Mataram (Jokja) 4 febr.
– “Sylvain Lévi †, 1863-1935.” TBG 76: 1-4.
– Review of: K.A. Nilakanta Sastri, The Cōḷas, vol. 1, Madras 1935. TBG 76: 356-357.
1937 “Indonesia: progress of archaeological work in Netherlands Indies in 1935.” ABIA 10 1935: 53-56.
– “Een Buddha-buste uit de Pāla-periode.” MBK 14: 13-17.
1938 Het ontwaken van het aesthetisch gevoel voor de Hindoe-Javaansche oudheid, Santpoort. – Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht op 2 mei 1938; English version in: F.D.K. Bosch, Selected studies …The Hague 1961.
– “De Bhadracarī afgebeeld op den hoofdmuur der vierde gaanderij van den Baraboedoer.” BTLV 97,2: 241-294.
– “In Memoriam dr. P.V. van Stein Callenfels.” TBG 78: i-viii.
– “Een Nepaleesch architectuur-fragment.” MBK 15: 159-160.
1939 “‘Le penseur’ in Hindoe-Javaansche gedaante.” Cultureel Indië 1: 7-10.
– “De reliefreeks aan de voorzijde der eerste balustrade van de Baraboedoer.” Cultureel Indië 1: 156-157. – Ook abstract gepubl. in Verslag 9e congres van het Oostersch Genootschap in Nederland, pp. 31-33.
– Review of: Sir John Cumming (ed.), Revealing India’s past: a co-operative record of archaeological conservation and exploration in India and beyond, London 1939. MBK 16: 317-318.
– “De schat der Oostersche beschavingen.” Radio-broadcast 19th Febr.
1940 “Aanvulling op de beschrijving van het verguld-bronzen Avalokiteçvara-beeld uit de collectie-Rethmeier.” Cultureel Indië 2: 156.
– “Het bronzen Buddha-beeld met den gouden ushnīsha.” MBK 17: 324-328.
– “De Hindoe-Javaansche hangklok uit de collectie van der Mandele.” MBK 17: 125-126.
– Review of: H. Parmentier, L’art khmèr classique, Paris 1939. Cultureel Indië 2: 60.
– Review of: J.V. de Bruijn, H.N. Sieburgh en zijn beteekenis voor de Javaansche oudheidkunde, Leiden 1937. Museum 47: 218-219.
1941 “Een Maleische inscriptie in het Buitenzorgsche.” BTLV 100: 49-53.
– “De inscriptie van Ligor.” TBG 81: 26-38.
– “De zorg voor de oude cultuurschatten.” In: W.H. van Helsdingen et al. (samenst.), Daar wèrd wat groots verricht …: Nederlandsch-Indië in de XXste eeuw, Amsterdam, pp. 182-190.
– “Een merkwaardig bronzen Wishnu-beeld.” MBK 18: 207-208.
1942 “Een tantrische verschijningsvorm van Wajradhara.” MBK 19: 46-47.
– “Drie bronzen Buddha-beeldjes.” MBK 19: 71-72.
– “Bijschrift bij de foto van een Nandin-beeld uit het Museum voor het Onderwijs te ̓s-Gravenhage.” MBK 19: 214-215.
1943 “In memoriam Dr. V.I. van de Wall.” Cultureel Indië 5: 49-50.
– “Een Hindoe-Javaansch bronzen topstuk uit het Museum voor het Onderwijs te ̓s Gravenhage.” MBK 20: 118-120.
– “Praehistorie en Hindoe-tijd (revision of an article by N.J. Krom).” In: F.W. Stapel, Geschiedenis van Nederlandsch-Indië, 2nd ed., Amsterdam, pp. 1-26.
1945 “De spuierreliëfs van Djalatoeṇḍa.” Cultureel Indië 7: 7-42. – English version in: F.D.K. Bosch, Selected studies …The Hague 1961.
– “In memoriam W.F. Stutterheim.” Indian Art and Letters NS 19: 85-87.
1946 Het vraagstuk van de Hindoe-kolonisatie van den Archipel, Leiden. – Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleearaarsambt in de oude geschiedenis en archaeologie van Nederlandsch-Indië aan de Rijks-Universiteit te Leiden op Vrijdag 15 maart 1946; English version in: F.D.K. Bosch, Selected studies …The Hague 1961.
– “In memoriam Dr. N.J. Krom, 5 september 1883 – 8 Maart 1945.” BTLV 103: 1-14.
1947 et al. (eds), India antiqua: a volume of oriental studies presented by his friends and pupils to Jean Philippe Vogel, C.I.E. on the occasion of the fiftieth anniversary of his doctorate, Leyden: Kern Institute.
– “The Bhīmastava.” In: India antiqua: a volume of oriental studies presented by his friends and pupils to Jean Philippe Vogel, C.I.E. on the occasion of the fiftieth anniversary of his doctorate , Kern Institute –Leyden, Leyden, pp. 57-62.
– “Levensbericht van W.F. Stutterheim (27 September 1892 – 10 September 1942).” Jaarboek KNAW 1947, pp. 150-158.
1948 De Gouden Kiem: inleiding in de Indische symboliek, Amsterdam-Brussel.
– “Hindu-Indonesian archaeology, prehistory and history.” In: B.J.O. Schrieke (comp.), Report of the scientific work done in the Netherlands on behalf of the Dutch overseas territories during the period between approximately 1918 and 1943, Amsterdam, pp. 31-37.
– “De laatste der Pāṇḍawa’s.” BTLV 104: 541-571. – English version in: F.D.K. Bosch, Selected studies …The Hague 1961.
– “Een ivoren reliefje uit Zuid-India.” Phoenix 3: 229-232.
– “Le décor de la terrasse du roi lépreux.” In: Orientalia Neerlandica: a volume of Oriental studies, published under the auspices of the Netherlands Oriental Society (Oostersch Genootschap in Nederland) on the occasion of the twenty-fifth anniversary of its foundation (May 8th 1945) , Leiden, pp. 442-450.
1949 “Eenige opvattingen over Tibetaanse kunst.” Phoenix 4: 23-28.
1950 “Nogmaals oud-Javaans bhujaṅga.” In: Bingkisan Budi: een bundel opstellen aan dr. Philippus Samuel van Ronkel door vrienden en leerlingen aangeboden op zijn tachtigste verjaardag, 1 augustus 1950, Leiden, pp. 42-49.
– “Een drietal Hindoe-Javaanse bronzen godenfiguren.” Bulletin Museum Aziatische Kunst 29: 21-23.
– Review of: J.E. van Lohuizen-de Leeuw, The “Scythian” period, Leiden 1949. BO 7: 91-93.
1951 “Guru, drietand en bron.” BTLV 107: 117-134. – English version in: F.D.K. Bosch, Selected studies …The Hague 1961.
– “W. van der Mandele †.” Bulletin Museum Aziatische Kunst 35: 113.
– Review of: H.J. de Graaf, Geschiedenis van Indonesië, ‘s-Gravenhage-Bandung, 1949. BTLV 107: 392-393.
1952 “Les rapports entre l’Indochine et l’Indonésie.” In: Cinquantenaire de la fondation de l’École Française d’Extrême-Orient (Institut de France, Académie des inscriptions et belles-lettres, Séance du 21 Mars 1952), Paris, pp. 33-39.
– “Çrīvijaya, de Çailendra – en de Sañjayavaṃça.” BTLV 108,2: 113-123.
– “‘Local Genius’ en Oud-Javaanse kunst.” MKNAW NR 15,1: 1-25.
– Review of: J.G. de Casparis, Inscripties uit de Çailendra-tijd (Prasasti Indonesia I), Bandung 1950. BTLV 108,2: 191-199.
1953 Review of: R. Goris (tekst) en P.L. Dronkers (foto), Bali: cultuurgeschiedenis in beeld, [Djakarta 1953]. BTLV 109: 277-279.
– Review of: O. Monod-Bruhl, Indian temples: 135 photographs chosen and annotated, 2nd ed. [New Delhi] 1952. Artibus Asiae 16: 245-246.
1954 “Uit de grensgebieden tussen Indische invloedssfeer en oud-inheems volksgeloof op Java.” BTLV 110: 1-19.
– “De Hindoe-Javaanse bronzen priesterschel uit de collectie Loudon voor het Museum van Aziatische Kunst aangekocht.” Bulletin van het Rijksmuseum 2: 15-18.
1955 “Aanwinsten uit de collectie Loudon voor het Museum van Aziatische Kunst.” Bulletin van het Rijksmuseum 3: 22.
– “In memoriam Pierre Dupont.” Bulletin VVAK 3de serie 5: 69.
– Review of: R. Goris, Prasasti Bali I: inscripties vóór Anak Wungçu, Bandung 1954. BTLV 111: 111-112.
1956 “C.C. Berg and ancient Javanese history.” BTLV 112: 1-24.
– “Biographical note (on W.F. Stutterheim).” In: W.F. Stutterheim, Studies in Indonesian archaeology, The Hague (Translation series, KITLV 1), pp. ix-xv. – Transl. of “Levensbericht van W.F. Stutterheim,” 1947.
– “Remarques sur les influences réciproques de l’iconographie et de la mythologie indiennes.” Arts Asiatiques 3,1: 22-47.
– Review of: L.C. Damais, Études d’épigraphie indonésienne, (four articles in BEFEO, 1951-1955). BTLV 112: 331-333.
1958 “In memoriam Prof. Dr. J. Ph. Vogel.” NRC 12 april 1958, p. 7.
– “Levensbericht van Theodoor Bernard van Lelyveld (Semarang, 1867 – ‘s-Gravenhage, 1954).” In: Jaarboek MNL te Leiden 1957-1958, Leiden, pp. 55-58.
– Review of: J.G. de Casparis, Prasasti Indonesia II: selected inscriptions from the 7th to the 9th century A.D., Bandung 1956. BTLV 114: 306-320.
1959 “On some groups of Yakṣa figures in Indonesian and Khmer art.” Artibus Asiae 22,3: 227-239.
– “Jean Philippe Vogel (9 januari 1871 – 10 april 1958).” De Gids 122: 348-359.
– “Une série de bas-reliefs au Baraboudour.” Arts Asiatiques 6,3: 163-174.
1960 The golden germ: an introduction to Indian symbolism, Den Haag (Indo-Iranian Monographs 2). – Revised ed. in English translation of “De gouden kiem” 1948.
– “Een oudheidkundige benadering van het Brahman-probleem.” BTLV 116: 205-231. – English version in: F.D.K. Bosch, Selected studies …The Hague 1961.
– Review of: A.J. Bernert Kempers, Ancient Indonesian Art, Amsterdam-Cambridge Mass. 1959. BTLV 116,3: 385-388.
1961 Selected Studies in Indonesian Archaeology, The Hague (Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. Translation Series 5). – translation of previously published articles in Dutch.
– “Een spellingkwestie.” BTLV 117,2: 303-304 (korte mededelingen).
– “A remarkable ancient Javanese sculpture.” In: A.B. Griswold and Jean Boisselier (eds), Felicitation volume presented to George Coedès on the occasion of his seventy-fifth birthday, Special issue of: Artibus Asiae. – Vol. 24, pt. 3-4, Ascona : Artibus Asiae Publishers, pp. 232-240.
– Review of: A. Lamb, Chandi bukit batu pahat: three additional notes, Kuala Lumpur 1960. BTLV 117: 485-491.
– Review of: C. Sivaramamurti, Le stupa de Barabudur, Paris 1961 (Publications du Musée Guimet: Recherches et Documents d’Art et d’Archéologie 8). Artibus Asiae 24: 144-145.
1962 “Nogmaals de tempel van Preah Vihear.” NRC 9 juli 1962, p. 7.
– Review of: A. Lamb, Miscellaneous papers on early Hindu and Buddhist settlements in Northern Malaya and Southern Thailand, Kuala Lumpur 1961. BTLV 118: 390-394.
– Editor of: Jean Philippe Vogel, The goose in Indian literature and art, Leiden 1962. (Memoirs of the Kern Institute 2).
1963 “Commentaar: de x als ‘hidden persuader’.” Forum der Letteren 4: 69.
– Review of: G. Coedès, Les peuples de la péninsule indochinoise, Paris 1962. BTLV 119: 444-447.
1964 De mythische achtergrond van de Ken Angrok-legende .” MKNAW NR 27,8: 427-445.
– “The future of Indonesian archaeological research.” [Address] In: Hiraṇyagarbha: a series of articles on the archaeological work and studies of F.D.K. Bosch, composed by his friends, his pupils and his colleagues to which is added the address delivered by him at his retirement from the University of Leiden, publ. on the occasion of the fiftieth anniversary of his doctorate on 14th July 1964, [introd. by P.H. Pott, e.a.], The Hague, pp. 13-24.
1965 & B. de Haan, “The Oldjavanese bathing place Jalatuṇḍa.” BTLV 121: 189-232.
– “De mythische achtergrond van de Kèn Angroklegende.” BTLV 121: 468-472. – aanvulling op de publicatie van 1964.
– Review of: Th. P. Galestin, Hedendaagse kunst van Bali uit het eigendom van H.M. de Koningin, van de Rijksuniversiteit te Leiden en van de heer Bonnet te Blaricum , catalogus van de in 1962 in het Centraal Museum te Utrecht gehouden tentoonstelling, Utrecht [1962]; of: J.E. van Lohuizen-De Leeuw, Indische skulpturen der sammlung Eduard von der Heydt, Beschreibender Katalog, Zürich 1961; and of: Schatze aus Thailand: Katalog einer Ausstellung im Wallraf-Richarts-Museum zu Koln, 1963 (Einführung in die Kunst Thailands von J.E. van Lohuizen-De Leeuw, Amsterdam; Zur Thailandischen Malerei von Elizabeth Lyons, New York; Verzeichnis der ausgestellten Werke von M.C. Subhadradis Diskul, Bangkok). BTLV 121,3: 373-378.
1966 “Herdenking van Jacoba Hindrika Hooykaas – van Leeuwen Boomkamp, 6 april 1901-9 juli 1965.” Jaarboek KNAW 1965-1966: 415-419.
1967 Review of: J. Boisselier, Manuel d’archéologie d’Extrême Orient, premiere partie: Asie du Sud-Est 1: Le Cambodge , Paris 1966. BTLV 123,3: 379-381.
– “De Aśvin-Goden en de epische tweelingen in de Oudjavaanse kunst en literatuur.” BTLV 123,4: 427-441.
1968 “Pratiṣṭhā symbols.” In: J.C. Heesterman e.a. (eds), Pratidānam : Indian, Iranian and Indo-European studies presented to Franciscus Bernardus Jacobus Kuiper, on his sixtieth birthday, The Hague [etc.], pp. 533-538.
– “Indra’s strijd met Vṛtra.” BTLV 124: 241-261.
1975 Çrivijaya, Çailendra dan Sañjayavamça / oleh F. D. K. Bosch dan Poerbatjaraka; diterjemahkan dengan pengawasan dewan redaksi; dengan kata pengantar oleh Boechari, Jakarta (Terjemahan Karangan-karangan Belanda ini diusahakan dalam 50). – translation of the original article in Dutch, 1952.
1983 Masalah penyebaran kebudayaan Hindu di kepulauan Indonesia , diterj. dengan pengawasan dewan red.; kata pengantar Haryati Soebadio, Jakarta (Seri terjemahan karangan-karangan Belanda 40). – Vertaling van Het vraagstuk van Hindoekolonisatie van den archipel, Rede Leiden 1946.
1996 “The god Brahmā surrounded by mahaṛṣi.” In: R.E. Jordaan (ed.), In praise of Prambanan: Dutch essays on the Loro Jonggrang temple complex, Leiden (KITLV translation series 26), pp. 153-155. – Translation by R. van Yperen of the original article in Dutch, 1922.