Karel Christiaan Crucq
1900 – 1944
archaeology, epigraphy, Southeast Asia
Curriculum vitae
1900 | born in Ouddorp (South Holland) on August 10 |
… | gymnasium ’s-Gravenhage |
… | studied Indonesian languages, Leiden University |
1928 | PhD under the supervision of N.J. Krom, Leiden University |
1928-1933 | adjunct archaeologist with the Archaeological Service (OD), Batavia |
1933-1941 | discharge; voluntary work for the OD |
1941-1944 | internment in Japanese camp |
1944 | died in Bandoeng prison camp on December 24 |
Sources
- Bernet Kempers, A.J., “In memoriam dr. K.C. Crucq: 10 aug. 1900 – 42 dec. 1944.” OV 1947 [1949]: 29-30.
Publications
1928 Bijdrage tot de kennis van het Balisch doodenritueel , Santpoort. – PhD thesis Leiden.
1929 “Epigraphische aanteekeningen I.” OV 1929: 258-283.
– “Oudheden in particulier bezit.” OV 1929: 284-285.
– “Aanwinsten van de Archaeologische verzameling van het Bataviaasch genootschap.” OV 1929: 286-289.
1930 “De Loemadjangsche ruiterbeeldjes en de paarden op de reliëfs van Jèh Poeloe.” Djåwå 10: 164.
– “Oudheidkundige aanteekeningen I.” OV 1930: 216-234.
– “Epigraphische aanteekeningen II.” OV 1930: 235-239.
– “Fragmenten van den grafsteen van Johan van Riebeeck in het Bataviaasch Museum.” TBG 70: 184-194.
– “De drie heilige kanonnen.” TBG 70: 195-204.
– Review of: W.F. Stutterheim, Tjaṇḍi Baraboeḍoer: naam, vorm en beteekenis, Weltevreden 1929. Djåwå 10: 187.
1932 “Houtsnijwerk met inscripties in de kraton Kasepoehan te Cheribon.” Djåwå 12: 8-10.
– “Nogmaals over de paarden op de reliëfs te Jèh Poeloe (Gianjar, Bali).” Djåwå 12: 207-208.
– Review of: V. Goloubew, “L’âge du bronze au Tonking et dans le Nord-Annam,” BEFEO 29 (1929): 1-46. TBG 72: 135-137.
1933 “De figuren op het achtste terras van tjaṇḍi Tjeṭa.” TBG 73: 151-155.
– “Een relief in het Bataviaasch Musuem, afkomstig van tjaṇḍi Tigawangi.” TBG 73: 156-158.
1934 “Eenige opmerkingen over de figuren staande boven de teekens van den dierenriem op de prasens (zodiakbekers).” TBG 74: 94-100.
1935 “Over eenige grafsteenen op het kerkhof Tanah-Abang te Batavia.” TBG 75: 620-624.
1936 “Een opmerking over de jaartallen te Soekoeh en Tjeṭa.” TBG 76: 337-339.
– “De windroos van tjaṇḍi Soemberdjati.” TBG 76: 340-343.
– “Een bronzen bel uit 1767.” TBG 76: 343.
– “Nog eenige grafsteenen op het kerkhof Tanah Abang te Batavia geïdentificeerd.” TBG 76: 344-345.
– “Het opschrift op de klok in het torentje van het Bataviasche stadhuis.” TBG 76: 345.
– “Eenige opmerkingen van het woord atat.” TBG 76: 346-347.
– “Een merkwaardig kanon in het Bataviaasch Museum.” TBG 76: 572-576.
– “Een aequivalent van Ki Amoek te Batavia.” TBG 76: 576-578.
– “Aanteekening over het opschrift op een kleine bronzen vijzel in het Bataviaasch Museum.” TBG 76: 578.
– “Het wapen op de kanonnen te Tandjong Oost.” TBG 76: 579.
1937 “De geschiedenis van het heilig kanon te Batavia.” TBG 77: 103-129.
1938 “De kanonnen in den Kraton te Soerakarta.” TBG 78: 93-110.
– “De geschiedenis van het heilig kanon te Banten.” TBG 78: 359-391.
1939 “Inscripties op speigelhandvatsels.” Djåwå 19: 241-243.
– “Begraafplaats te Pulicat.” De Indische Navorscher 5:
– “Nogmaals het veroverde kanon te Macao.” TBG 79: 126-129.
– “Aanteekeningen over de manara te Banten.” TBG 79: 193-201.
– Bladvulling: “De ‘zwaarden van den gerechte’ in de historische zaal van het Museum.” TBG 79: 308.
– “Het onderzoek in 1938 naar het graf van Jan Pietersz. Coen.” ROD 1938, no. 1 [1939]
1940 “De verdwenen kanonnen van het kasteel van Japara.” TBG 80: 34-38.
– “Nog eenige gegevens omtrent de kanonnen te Soerakarta.” TBG 80: 49-59.
– “Aanteekeningen nopens de terminologie gebruikelijk bij oud geschut.” TBG 80: 121-125.
– “Aanteekeningen over de klokken van Oud-Batavia.” TBG 80: 385-394.
1941 “Rapport betreffende de van 1 april tot en met 9 september 1940 op het terrein van het kasteel te Batavia gehouden proefontgravingen.” ROD 1940 [1941]: 15-22.
– “De geschiedenis van het heilig kanon van Makasser.” TBG 81: 74-95.
– “Beschrijving der kanonnen afkomstig uit Atjeh, thans in het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek.” TBG 81: 545-552.
– “Nog een grafzerk op Tanah Abang geïdentificeerd en De grafzerk van Sebald Wonderaar.” TBG 81.
1929 “Epigraphische aanteekeningen I.” OV 1929: 258-283.
– “Oudheden in particulier bezit.” OV 1929: 284-285.
– “Aanwinsten van de Archaeologische verzameling van het Bataviaasch genootschap.” OV 1929: 286-289.
1930 “De Loemadjangsche ruiterbeeldjes en de paarden op de reliëfs van Jèh Poeloe.” Djåwå 10: 164.
– “Oudheidkundige aanteekeningen I.” OV 1930: 216-234.
– “Epigraphische aanteekeningen II.” OV 1930: 235-239.
– “Fragmenten van den grafsteen van Johan van Riebeeck in het Bataviaasch Museum.” TBG 70: 184-194.
– “De drie heilige kanonnen.” TBG 70: 195-204.
– Review of: W.F. Stutterheim, Tjaṇḍi Baraboeḍoer: naam, vorm en beteekenis, Weltevreden 1929. Djåwå 10: 187.
1932 “Houtsnijwerk met inscripties in de kraton Kasepoehan te Cheribon.” Djåwå 12: 8-10.
– “Nogmaals over de paarden op de reliëfs te Jèh Poeloe (Gianjar, Bali).” Djåwå 12: 207-208.
– Review of: V. Goloubew, “L’âge du bronze au Tonking et dans le Nord-Annam,” BEFEO 29 (1929): 1-46. TBG 72: 135-137.
1933 “De figuren op het achtste terras van tjaṇḍi Tjeṭa.” TBG 73: 151-155.
– “Een relief in het Bataviaasch Musuem, afkomstig van tjaṇḍi Tigawangi.” TBG 73: 156-158.
1934 “Eenige opmerkingen over de figuren staande boven de teekens van den dierenriem op de prasens (zodiakbekers).” TBG 74: 94-100.
1935 “Over eenige grafsteenen op het kerkhof Tanah-Abang te Batavia.” TBG 75: 620-624.
1936 “Een opmerking over de jaartallen te Soekoeh en Tjeṭa.” TBG 76: 337-339.
– “De windroos van tjaṇḍi Soemberdjati.” TBG 76: 340-343.
– “Een bronzen bel uit 1767.” TBG 76: 343.
– “Nog eenige grafsteenen op het kerkhof Tanah Abang te Batavia geïdentificeerd.” TBG 76: 344-345.
– “Het opschrift op de klok in het torentje van het Bataviasche stadhuis.” TBG 76: 345.
– “Eenige opmerkingen van het woord atat.” TBG 76: 346-347.
– “Een merkwaardig kanon in het Bataviaasch Museum.” TBG 76: 572-576.
– “Een aequivalent van Ki Amoek te Batavia.” TBG 76: 576-578.
– “Aanteekening over het opschrift op een kleine bronzen vijzel in het Bataviaasch Museum.” TBG 76: 578.
– “Het wapen op de kanonnen te Tandjong Oost.” TBG 76: 579.
1937 “De geschiedenis van het heilig kanon te Batavia.” TBG 77: 103-129.
1938 “De kanonnen in den Kraton te Soerakarta.” TBG 78: 93-110.
– “De geschiedenis van het heilig kanon te Banten.” TBG 78: 359-391.
1939 “Inscripties op speigelhandvatsels.” Djåwå 19: 241-243.
– “Begraafplaats te Pulicat.” De Indische Navorscher 5:
– “Nogmaals het veroverde kanon te Macao.” TBG 79: 126-129.
– “Aanteekeningen over de manara te Banten.” TBG 79: 193-201.
– Bladvulling: “De ‘zwaarden van den gerechte’ in de historische zaal van het Museum.” TBG 79: 308.
– “Het onderzoek in 1938 naar het graf van Jan Pietersz. Coen.” ROD 1938, no. 1 [1939]
1940 “De verdwenen kanonnen van het kasteel van Japara.” TBG 80: 34-38.
– “Nog eenige gegevens omtrent de kanonnen te Soerakarta.” TBG 80: 49-59.
– “Aanteekeningen nopens de terminologie gebruikelijk bij oud geschut.” TBG 80: 121-125.
– “Aanteekeningen over de klokken van Oud-Batavia.” TBG 80: 385-394.
1941 “Rapport betreffende de van 1 april tot en met 9 september 1940 op het terrein van het kasteel te Batavia gehouden proefontgravingen.” ROD 1940 [1941]: 15-22.
– “De geschiedenis van het heilig kanon van Makasser.” TBG 81: 74-95.
– “Beschrijving der kanonnen afkomstig uit Atjeh, thans in het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek.” TBG 81: 545-552.
– “Nog een grafzerk op Tanah Abang geïdentificeerd en De grafzerk van Sebald Wonderaar.” TBG 81.