Johan Hendrik Caspar (Hendrik) Kern

1833 – 1917
Sanskrit, Avestan, Old Javanese and Austronesian languages
comparative linguistics, epigraphy, astronomy, Buddhism

Curriculum vitae

1833born in Poerworedjo (Java) on April 6
1839family returned to the Netherlands
1850examination gymnasium; studied one year humanities in Utrecht
1851studied classical languages in Leiden, Sanskrit with prof. A. Rutgers (Hebrew) and C.Cobet (Greek) and Matthijs de Vries (Dutch and linguistics)
1855PhD under the supervivion of A. Rutgers, Leiden University
1855studied Sanskrit in Berlin with F. Bopp, Albrecht Weber, and the brothers Grimm;
1857private teacher Gotic and Dutch, Utrecht
1858-1862teacher Greek and Dutch, Royal Athenaeum in Maastricht
1863-1865professor in Anglo-Sanskrit, Brahmana College and Queen’s College in Benares
1865-1903professor of Sanskrit and comparative linguistics, Leiden University; among his students were J.S. Speijer, W. Caland, S.J. Warren and J. van der Vliet
1903retirement
1917died in Utrecht on July 4

Selected sources

  • Huizinga, J. “Hendrik Kern.” In: J. Kalff jr., Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen: levensschetsen en portretten 30 (1899): 297-343. – reprinted in J. Huizinga, Verzamelde werken 6: biografie, Haarlem 1950, pp. 277-315.
  • Brandes, J., “Kern en de archipel.” In: extra bijvoegsel van de Java-Bode, 6-4-1903.
  • Petit, L.D., “Geschriften van prof. dr H. Kern 1855-1903: bibliografisch overzicht.” In: Album-Kern: opstellen geschreven ter eere van Dr. H. Kern, hem aangeboden door vrienden en leerlingen op zijn zeventigsten verjaardag den VI. April 1903, Leiden 1903, pp. 409-420. – For Kern’s publications 1903-1917, see Caland 1917-1918 below.
  •  Snouck Hurgronje, C., “J.H.C. Kern 6 april 1833- 4 juli 1917.” BTLV 73 (1917), between p. 154 and 155.
  • Huizinga, J., “Hendrik Kern 1833-1917.” De Gids 81 (1917): 187-192. – reprinted in: J. Huizinga, Verzamelde werken 6: biografie, Haarlem 1950, pp. 315-320.
  • Boer, R.C., “In memoriam Hendrik Kern.” Eigen Haard 1917: 489.
  • Kiewiet de Jonge, H.J., “Professor Kern overlijdensteken 1833-1917.” Neerlandia 1917: 131.
  • Uhlenbeck, C.C., “Johan Hendrik Caspar Kern, 6 april 1833 – 4 juli 1917, met genealogische bijlagen.” Jaarboek KAW 1917: 15-47.
  • Adriani, N., “Professor Kern (6 april 1833 – 4 juli 1917).” Indië: geïllustreerd weekblad voor Nederland en koloniën 1 (1917-1918): 281.
  • Caland, W., “Levensbericht van H. Kern, met lijst van geschriften 1903-1917.” Handelingen van de MNL en Levensberichten harer afgestorven medeleden 1917-1918, 1-30.
  • Abendanon, J.H., “Prof. dr Johan Hendrik Caspar Kern, geboren te Poerworedjo (Java) 6 april 1833, gestorven te Utrecht 3 juli 1917.” NION 2 (1917-1918): 115-117.
  • Cordier, H.C., “Necrologie H. Kern.” T’oung Pao 17 (1916) [1918]: 555.
  • Ronkel, Ph.S. van, “Prof. dr H. Kern in Indië.” Indië 1917/18.
  • Vogel, J.Ph.,“Hendrik Kern: 6th April, 1833 – 4th July, 1917.” IAE 24: 169-173.
  • Vogel, J.Ph., F.W. Thomas and C.O. Blagden, “Obituary notice: Hendrik Kern.” JRAS (1918) 173-184.
  • Hazeu, G.A.J., “In memoriam professor H. Kern.” Notulen BG 58 (1920): i-xvi.
  • Huizinga, J. “Kern en de taalwetenschap.” In: Pallas Leidensis, Leiden 1925, pp. 93-101. – reprinted in Verzamelde werken 8, pp. 371-376.
  • Vogel, J.Ph., “In memoriam Hendrik Kern.” ABIA 1933 8 (1935): 1-2.
  • J.C.H., “Prof. dr J.H.C. Kern.” Tong Tong no.2, 30-7-1963. – n.a.v. bijna 100-jarig bestaan van Sanskrit leerstoel
  • Hart, Hanna ’t, “Imagine Leiden without Kern.” In: W. Otterspeer (ed.), Leiden Oriental connections 1850-1940, Leiden, 1989, pp. 126-140.
  • Bijlert, Victor “Indologists and archaeologists: Hendrik Kern and Dutch indology.” In: [Neelam D. Sabharwal, ambassador of India, ed.], Changing images: lasting visions: India and the Netherlands, Amsterdam 2008, pp. 80-82.
  • “J.H.C. Kern, universeel geleerde.” In: Marcel Poorthuis en Theo Salemink, Lotus in de Lage Landen: de geschiedenis van het boeddhisme in Nederland: beeldvorming van 1840 tot heden, Almere 2009, pp. 38-41.
  • Hoeven, H. van der, “Kern, Johan Hendrik Caspar (1833-1917).” In: Biografisch Woordenboek van Nederland. [10-02-2012]
  • Silk, J.A., “Kern and the study of Indian Buddhism: with a speculative note on the Ceylonese Dhammarucikas.” JPTS 31 (2012): 125-154.

Selected publications

Hendrik Kern published on a wide range of subjects which lie beyond the scope of this bibliography. Therefore, his publications in the field of German and Dutch philology, general and European ethnology, Malayo-Polynesian comparative linguistics are not included. For these, see Petit (1855-1903) and Caland (1903-1917).
1855  Specimen historicum exhibens Scriptores Graecos de rebus Persicis Achaemenidarum monumentos collatos, Lugduni Batavorum. – PhD thesis Leiden.
1859  “Ὃσιος, satya.” Zeitschrift für vergleichende Sprachforschung 8: 400.
1861  Kâlidâsa, Çakuntalâ: Indisch tooneelspel, uit het Sanskriet vertaald met inl. en aant., Amsterdam.
1862  Çakuntalā of het herkenningsteeken : Indisch tooneelspel in 7 bedrijven van Kālidāsa, uit het Sanskriet vertaald, Haarlem. – Reprint of 1861.
1863  “On some fragments of Āryabhaṭṭa.” JRAS 20: 371-387.
1865  The Bṛhat Sañhitá of Varáha-mihira, edited, Calcutta (Bibliotheca Indica NS 51, 54, 59, 63, 68, 72 and 73). – Reprint Osnabrück 1982.
Het aandeel van Indië in de geschiedenis der beschaving en de invloed der studie van het Sanskrit op de taalwetenschap, Leiden. – Inaugural address; also published in Annales Academici 1865-1866: 39-74.
“Ueber die im Jahre 1864 in Indien neu aufgefundenen Sanskritwerken: 1. Aus einem Briefe von H. Kern, Benares 23 April 1864.” [Reported by A. Weber]. Indische Studien 9: 173-174.
1868  “Remarks on professor Brockhaus’ edition of the Kathāsaritsāgara, lambaka IX-XVIII.” JRAS NS 3 (1867-1868): 167-182.
“Over het woord Zarathustra en den mythischen persoon van dien naam.” VMKAW 11: 132-164.
Reply on C.P. Tiele’s “Is Zarathustra een mythisch persoon? [in Theologisch tijdschrift 2: 1-23].” Theologisch Tijdschrift 2: 285-309.
“Herinneringen uit Britsch-Indië.” BTLV 15: 273-308.
“Die Yogayâtrâ des Varâhamihira (Buch 1-3).” Indische Studien 10: 161-212.
1869  “Zur Erklärung der altpersischen Keilinschriften.” ZDMG 23: 212-239.
“Bijdrage ter verklaring van eenige uitdrukkingen in de wayang-verhalen Palasara en Paṇḍu.” BTLV 16: 1-23.
“Java en het Goudeiland volgens de oudste berichten.” BTLV 16: 638-648.
1870  “Korte opmerkingen over Balineesch en Kawi [reported from a letter by dr H.N. van der Tuuk].” BTLV 17: 210-214. – Continuation in BTLV 18.
“The Bṛhat-Saṅhitā; or, complete system of natural astrology of Varâha-mihira, trans­lated from Sanskrit into English, [chapter 1-7].” JRAS NS 4 (1869-1870): 430-479.
1871  Kawi-studiën: Arjuna-wiwâha, zang I en II in tekst en vertaling, met aanteekeningen en inleiding, ‘s-Gravenhage.
“The Bṛhat-Saṅhitā; or, complete system of natural astrology of Varâha-mihira, chap­ter 8-35, [continued from 1870].” JRAS NS 5 (1870-1871): 45-90, 231-288.
& T. Roorda and P.J. Veth, “Verslag aangaande afdrukken van te Batavia aanwezige Kawi-oorkonden.” VMKAW 2,1: 228-235.
De vrouwen in Indië – eene voorlezing, Antwerpen. – Also publ. in De Toekomst 1871.
“De vrouwen in Indië; een dichter op den troon [de Brahmaan Mâtrgupta]; de bakermat der Salische wetgevens.” De Toekomst 1871: 105, 153, 209, 401, 546.
“Korte opmerkingen over Balineesch en Kawi [reported from a letter by dr H.N. van der Tuuk; continued from 1870].” BTLV 18: 25-31, 77-92.
“Inhoudsopgave van ‘t Mahâbhârata in ‘t Kawi (volgens mededeeling van dr H.N. van der Tuuk).” BTLV 18: 92-95.
“De naamsoorsprong van Java.” BTLV 18: 116-120.
1872  “Indische theorieën over de standen­verdeeling.” VMKAW 2,2: 25-44.
“Aanteekening op Vendidad XIII, 46 (ed. Westergaard).” VMKAW 2,2: 45-52.
“’t Opschrift van Batoe Beragong op Sumatra.” BTLV 19: 289-297.
Review of: R.C. Childers, A dictionary of the Pali language, part 1, London 1872. BTLV 19: 361-366.
Review of: E. Trumpp, Grammar of the Sindhi language, London 1872. BTLV 19: 367-375.
1873 Over de jaartelling der zuidelijke Buddhisten en de gedenkstukken van Açoka den Buddhist, [with two appendices: “Over ’t Prâkrit der Gâthâ’s”, and “Over koning Ajâtaçatru.”]. Amsterdam (Verhandelingen KAW 8,[2]). – Partially translated by A. Milroy, “Professor Kern’s versions of some of the Aśoka in­scriptions.” Indian Antiquary 5 (1876), 257-276.
“Zang XV van ’t Bharata-Yuddha in Kawi, met vertaling en aanteekeningen.” BTLV 20: 158-187.
“Nog iets over ’t opschrift van Pagger Roejong.” BTLV 20: 188-196.
“Oudjavaansche eedformulieren op Bali gebruikelijk.” [With appendix: Oud-javaansche bergnamen]. BTLV 20: 211-228.
“Inleiding op A. Bruining’s vertaling van Çankara Âcârya’s commentaar op de aphorismen van den Vedanta.” BTLV 20: 249-278.
“The Bṛhat-Saṅhitā, or, complete system of natural astrology of Varâha-mihira, chap­ter 36-64 [continued from 1871].” JRAS NS 6: 36-91, 279-338.
“Over eenige tijdstippen der Indische geschiedenis.” VMKAW 2,3: 170-205.
“Ter nagedachtenis van Mr. P.A.S. van Limburg Brouwer.” De Nederlandsche Spectator 1873: 59-60.
“Het Sanskrit op een steen afkomstig uit Prambanan.” TBG 20: 219-228.
“Over het letterteeken voor djha in Kawi schrift.” TBG 20: 228-230.
“Miscellanea: 1. gavi-kuh. – 2. Das oskische perf. auf -tte. – 3. Zwei oskische Wörter.” Zeitschr. für vergl. Sprachforschung 21: 237-242.
Review of: M.A. Sherring, Hindu tribes and castes, Calcutta 1872. BTLV 20: 197-198.
Review of: A.E. Cough, The Vaiseshika-aphorisms of Kanâda, trans­lated, Benares 1873. BTLV 20: 198-199.
Announcment of: R. van Eck, Beknopte handleiding bij de beoefening der Balineesche taal ten dienste van zendelingen en ambtenaren, Utrecht 1874. BTLV 20: 279-280.
Review of: Max Müller, De uitkomsten van de wetenschap der taalkunde, Groningen 1872. De Gids 37,1: 380-382.
Review of: P.A.S. van Limburg Brouwer, Akbar: een Oostersche roman, ’s Gravenhage 1872. De Gids 37,6: 596-608.
1874  The Âryabhaṭîyam, with the commentary Bhaṭadîpikâ of Paramâdîçvara, edited, Leiden-Paris-London. – Fotomech. Herdruck Osnabrück 1973.
“Oudjavaansche eedformulieren op Bali gebruikelijk.” [Continued from 1873]. BTLV 21: 197-207.
“Een Javaansche bergnaam.” BTLV 21: 208.
“Miscellen:….çréṇidant.” Zeitschr. für vergl. Sprachforschung 22: 554.
“[Necrologie van] Taco Roorda.” De Nederlandsche Spectator 1874: 178-181.
“Aanwinsten der verzameling van Oostersche handschriften te Leiden.” De Nederlandsche Spectator 1874: 379-380.
Review of: E.T. Dalton, Descriptive ethnology of Bengal, Calcutta 1872. BTLV 21: 209-210.
1875  Wṛtta-Sañc’aya, Oudjavaansch leerdicht over versbouw in Kawi-tekst en Nederlandsche vertaling, bewerkt, Leiden.
“The Bṛhat-Saṅhitā; or, complete system of natural astrology of Varâha-mihira, chapter 65-85 [continued from 1873].” JRAS NS 7 (1874-1875): 81-134.
“Le suffixe ya du sanscrit classique, ia de l’arien.” Mémoires de la Société de Linguistique de Paris 2: 321-325.
“Nota over de verwarring der karakters voor djh en e of ai (Javaansch).” Notulen BG 13: 94.
1876  “Die Yogayâtrâ des Varâhamihira (Buch 4-6).” Indische Studien 14: 312-358. – Continued from 1868.
“Einzelnes über die Inschriften von Junnar.” Indische Studien 14: 393-397. – Partial translation by Miss M. Tweedie, 1877: “The Inscriptions of Junnar.” Indian Antiquary 6: 39-41.
“Over zoogenaamde verbindingsklanken in het Tagala en wat daarmee overeenkomt in ’t Kawi.” BTLV 23: 138-157.
1877  Eene Indische sage in Javaansch gewaad, Amsterdam (Verhandelingen KAW 9,[1]).
Over de Oud-Javaansche vertaling van ’t Mahâbhârata, Amsterdam (Verhandelingen KAW 11,[2]).
“Over het opschrift van Djamboe.” VMKAW 2,6: 257-263.
“Mengelingen: Kawi en Javaansch.” BTLV 25: 137-158.
“Het opschrift van Batoe Beragong op nieuw onderzocht.” BTLV 25: 159-164.
“Stamverdubbeling in ’t Kawi.” BTLV 25: 519-522.
“Javaansche mengelingen.” BTLV 25: 523-526.
“On ancient Nâgarî numerals.” Indian Antiquary 6: 143.
“De Javaansche letterkunde en de particuliere nijverheid.” De Nederlandsche Spectator 1877: 170.
“Over ’t Indisch tooneel.” Het Tooneel 161.
Naschrift op: Tjondro Negoro, “Over de beteekenis van sommige Javaansche uitdrukkingen.” BTLV 25: 509-510.
Review of: C.P. Tiele, Geschiedenis van den godsdienst tot aan de heerschappij der wereldgodsdiensten, Amsterdam 1876. De Gids 41: 365-372.
1878  “Die Yogayâtrâ des Varâhamihira (Fortsetzung und Schluss).” Indische Studien 15: 167-184. – Continued from 1876 and concluded.
1879  [Contributor to] O. Böhtlingk, Sanskrit Wörterbuch in kürzerer Fassung.
& S.A. Naber, “Verslag over eene verhandeling van dr. S.J. Warren, [Godsdienstige begrippen der Jaina’s].” VMKAW 2,8: 214-216.
“Opschriften op oude bouwwerken in Kambodja.” BTLV 27: 268-272. – Translated into French: “Inscriptions cambodgiennes.” Annales de l’Extrême Orient 2 (1879-1880): 193-196.
“Beschreven metalen plaatjes uit de desa Pasindoer, afd. Ledok (Bagelen).” [Report­ed by K.F. Holle]. TBG 25: 464-465.
1880  “Losse aanteekeningen op het boek van den Kantjil.” BTLV 28: 341-348.
“Sanskritsche woorden in het Tagala.” BTLV 28: 535-564.
“On the separate edicts at Dhauli and Jaugada.” JRAS NS 12, 379-394.
“Inscriptions cambodgiennes, article 1er: Inscription de Préa-Khan (Compong-Soai).” Annales de l’Extrême Orient 2 (1879-1880): 333-341.
“Begin en voortgang der Oostersche studiën in Europa.” [Rede uitgesproken door den Rector Magnificus op den 305den jaardag der Universiteit, 8 Februari 1880]. Jaarboek der Rijksuniversiteit te Leiden 1879-1880: 45-78.
“Verslag van de lotgevallen der Universiteit in het afgeloopen jaar uitgebracht den 21 Sept. 1880.” Jaarboek der Rijksuniversiteit te Leiden 1879-1880: 25-41.
“Het Javaansche wayangstuk Irawan rabi.” VMKAW 2,9: 125-133.
Review of: S.J. Warren, Nirāyavaliyāsuttam, Amsterdam 1879. Indische Gids 2,1: 939.
1881  “Over eene Oudjavaansche oorkonde van Çaka 782.” VMKAW 2,10: 77-115.
“Sanskritsche woorden in het Bisaya.” BTLV 29: 128-135.
“Het Indische kluizenaars- en monniken leven.” Mededeelingen Nederl. Zendelinggenootschap 25: 136.
“Inscriptions cambodgiennes, article II: Inscription de Bassac.” Annales de l’Extrême Orient 3 (1880-1881): 65-76.
“Levensschets van H.I. Swaving.” Jaarboek van de MNL 1881: 315-326.
Review of: G. Birnie, De invloed van de Hindoe-beschaving, ook met betrekking op Java, Deventer 1881. IG 3,2: 127.
“Een misverstand [van H.N. van der Tuuk].” TBG 1881: 297-298.
1882  Geschiedenis van het Buddhisme in Indië, deel 1, Haarlem. – Translated into German by H. Jacobi: Der Buddhismus und seine Geschichte in Indien: eine Darstellung der Lehren und Geschichte der buddhistischen Kirche, 1. Band, Leipzig 1882;  Condensed French translation by G. Collins of the complete ed.: “Histoire du Bouddhisme dans l’Inde.” Revue de l’histoire des religions 4 (1881): 149-165 (premier article); 5 (1882), 49-88 (second article), 145-226 (troisième article);  Translated into French by G. Huet: Histoire du Bouddhisme dans l’Inde, tome 1, Paris 1901 (Annales du Musée Guimet 10).
Voorrede bij: Ch. te Mechelen, Drie teksten van tooneelstukken uit de Wayang Poerwå, dl 1, ’s-Gravenhage 1882 (Verhandelingen BG 43).
“Over de opschriften uit Koetei in verband met de geschiedenis van het schrift in den Indischen Archipel (met 3 platen).” VMKAW 2,11: 182-203.
“Eene bijdrage tot de palaeographie van Nederlandsch Indië.” BTLV 30: 133-140.
“Inscriptions cambodgiennes, inscription de Hanh-Khiei.” Annales de l’Extrême Orient 4 (1881-1882): 225-229.
“L’ époque du roi Sûryavarman.” Annales de l’Extrême Orient 4 (1881-1882): 195-196.
Review of: R. Seydel, Das Evangelium Jesu in seinen Verhältnissen zu Buddha-Sage und Buddha-Lehre, Leipzig 1882. DLZ 3: 1274.
Review of: A. Bastian, Der Buddhismus in seiner Psychologie, Berlin 1882. DLZ 3: 1276.
1883  Over den invloed der Indische, Arabische en Europeesche beschaving op de volken van den Indischen Archipel, als bijdrage ter beantwoording der vraag, in hoeverre het Maleisch-Polynesische ras voor hoogere beschaving vatbaar is, Leiden.
“Over eenige oude Sanskrit opschriften van ’t Maleische schiereiland.” VMKAW 3,1: 5-12.
“Proeve uit het Oudjavaansche Ramayana.” BTLV, uitgegeven ter gelegenheid van het zesde internationale Orientalistencongres te Leiden, Taal- en Letterkunde, p. 1.
“Inscriptie nabij de desa Sĕmen, residentie Kediri.” [Reported by K.F. Holle]. TBG 28: 491-497.
1884  Geschiedenis van het Buddhisme in Indië, deel 2, Haarlem. –  Translated into German by H. Jacobi: Der Buddhismus und seine Geschichte in Indien: eine Darstellung der Lehren und Geschichte der buddhistischen Kirche, 2. Band, Leipzig; Translated into French by G. Huet: Histoire du Bouddhisme dans l’Inde, tome 2, Paris 1903 (Annales du Musée Guimet 11).
The Saddharma-pundarîka, or the lotus of the true law, translated, Oxford (Sacred Books of the East 21). – reprints Oxford 1909, New York 1963, Delhi 1968.
“Brief over een inscriptie.” Notulen BG 22 (1884)[1885]: 55-56.
Review of: R. Seydel, Die Buddha-Legende und das Leben Jesu nach den Evangelien, Leipzig 1884. DLZ 5: 1009.
1885 “Eene plaats uit den Mahâwansa.” In: Études archéologiques, linguistiques et historiques, dediées à Mr. le Dr C. Leemans, à l’occasion du 50e anniversaire de sa nomination aux fonctions de Directeur du Musée archéologique des Pays-Bas, Leyden, pp. 145-146.
“Sanskrit-inscriptie ter eere van den Javaanschen vorst Er-langa.” BTLV 34: 1-21.
“Sanskrit-inscriptie van Java, van den jare 654 Çaka (A.D. 732).” BTLV 34: 125-138.
“Een Sanskrit opschrift te Bekasih.” BTLV 34: 522-528.
“De betrekkingen tusschen Achter-Indië en Indonesië.” BTLV 34: 529-531.
“Geschied- en oudheidkundige nasporingen in Britsch-Burma.”[= Review of: J. Jardine & E. Forchhammer, Notes on Buddhist Law.] BTLV 34: 532-556.
“Een werk over oude opschriften van Ceilon [= Review of: E. Müller, Ancient Inscriptions in Ceylon].” BTLV 34: 557-562.
“Pûgawat of Putjangan.” [After a report by Dr. H.N. van der Tuuk]. BTLV 34: 563.
“Les inscriptions khmers recueillies au Cambodge par M.J. Moura: I Angkor Vat 1, II Siemr’éap, III Angkor Vat 2, IV Origine incertaine, V et VI Angkor Thom (avec Planches I-VI).” Bulletin de la Société académique Indo-­Chinoise de France, Deuxième Série, II, 1. Années 1882-1883. Paris 1883-1885.
“Un dictionnaire Sanskrit-Kavi.” Actes du sixième congrès international des Orientalistes tenu en 1883 à Leiden, troisième partie, section 2: Aryenne, pp. 1-11.
1886  Introduction to: J.S. Speyer, Sanskrit Syntax. Leyden, p. v.
De Fidjitaal vergeleken met hare verwanten in Indonesië en Polynesië, Amsterdam (Verhandelingen KAW 16,3).
1887  “Een Oudjavaansche cosmogonie.” BTLV 36: 573-585.
Review of: J. Burgess, Archaeological Survey of South­ern India, vol. 4: Tamil and Sanskrit Inscriptions, Madras 1886. BTLV 36: 641-644.
Review of: V. Fausböll, The Jataka together with its commentary: being tales of the anterior births of Gotama Buddha, vol. 4, London. BTLV 36: 644-649.
1888  Bijdrage tot de verklaring van eenige woorden in Pali-geschriften voorkomende, Amsterdam (Verhandelingen KAW 17,1).
“Over de vermenging van Çiwaïsme en Buddhisme op Java, naar aanleiding van het Oudjavaansche gedicht Sutasoma.” VMKAW 3,5: 8-43. – Dengan kata pengantar dari Edi [=vert. in Maleis] Jakarta 1982.
& C.P. Tiele, “Verslag over eene verhandeling van W. Caland, Über Totenverehrung bei einigen der Indogermanischen Völker.” VMKAW 3,5: 203-206.
“Der buddhistische Dichter Çûra.” In: Festgruss an Otto von Böhtlingk zum Doktor-Jubilaum 3. Februar 1888 von seine Freunden, Stuttgart, pp. 50-51.
[“Brief betreffende ’t rotsopschrift van Pasir Panjang (eiland Karimon).”] Notulen BG 26, 154-155.
Review of: D.N. Anuchin, Bows and arrows, Moscow 1887. IAE 1: 167-170.
1889  “Eenige imperatiefvormen van het Oud-Javaansch.” BTLV 38: 20-43.
“Oudjavaansche absolutieven.” BTLV 38: 44-54.
“Regelen van klankverbinding in ’t Oud-Javaansch.” BTLV 38: 287-312.
“Zur Geschichte der Aussprache des Griechischen: Wiedergabe indischer Wörter bei griechischen Autoren [Part 1].” Hellas, Organe de la Société Philhellénique d’Amsterdam 1: 2-8 and 183-188.
“Brief betreffende een inscriptie op een Lokanatha-beeldje uit Gunung Tua (Oost-Tapanoeli).” Notulen BG 27 [1890]: 15-16.
Review of: R. Chunder Dutt, A history of civilization in ancient India, vol. 1: Vedic and epic ages, Calcutta-London 1889; and of: E. Zaeslin, Indien und Indien, Basel 1889. Indische Gids 11, 1608-1614.
Review of: R. Chunder Dutt, A history of civilization in ancient India, vol. 2: Rationalistic age, Calcutta-London 1889. Indische Gids 11, 2237-2242.
1890  “Palihandschriften van ’s Rijks Ethno-­graphisch Museum te Leiden.” BTLV 39: 124-125.
“Jalogra.” BTLV 39: 126.
“Zur Geschichte der Aussprache des Griechischen: Wiedergabe indischer Wörter bei griechischen Autoren, Fortsetzung.” Hellas, Organe de la Société Phil­hellénique d’Amsterdam 2, 85-88. [Fortsetzung von 1889 and Schluss].
“In hoeverre is bevordering van meerdere kennis der Nederlandsche taal onder de inlandsche bevolking wenschelijk?” Indisch Genootschap, verslagen van de algemene vergaderingen 1890, 205.
“Brief betreffende een inscriptie op een Lokanatha-beeldje uit Gunung Tua (Oost-Tapanoeli), aanvulling.” Notulen BG 28 [1891]: 16 [addition to 1889].
Review of: J.F. Fleet, Corpus Inscriptionum Indicarum, vol. 3, Calcutta 1888. IG 12,1: 1187.
Review of: O. Böhtlingk, Bṛhad-­âraṇjakopanishad, St. Petersbrug 1889; and, by the same: K’hândogjopanishad, Leipzig 1889. IG 12,1: 1191.
1891  The Jātaka-Mālā or Bodhisattvāvadāna-mālā by Ārya-Çūra, edited, Boston-Leipsic (Harvard Oriental Series 1). – reprints Cambridge, Mass. 1914 and 1943; Varanasi 1972.
“Eene oudheidkundige kaart van Java.” [= Review of: R.D.M. Verbeek, Oudheden van Java]. TAG 2e Serie, 8: 863.
1892  & G. Schlegel, “Verslag over eene verhandeling van J.J.M. de Groot, [Het wetboek der Mahayana-school in China.]” VMKAW 3,8: 12-13.
“Een brief van Anquetil du Perron.” BTLV 41: 331-334.
Review of: K.E. Neumann, Buddhistische Anthologie, Leiden 1892. IG 14,2: 1363.
1893  “Eine indische Nebenform von Uçanas.” In: Festgruss an Rudolf von Roth, Stuttgart, p. 6-8.
Review of: E. Lamairesse, Le Prem Sagar: océan d’amour [par Lallū Lāla], traduit, Paris 1893. IAE 6: 105.
1894  “Over de herkomst van eenige telwoorden in ’t Bargoensch der Zuid-Indische koop-­lieden.” In: Feestbundel van taal-, letter-, geschied- en aardrijkskundige bijdragen ter gelegenheid van zijn tachtigsten geboortedag aan dr P.J. Veth, Leiden, pp. 199-200.
“Aan de nagedachtenis van H.N. van der Tuuk.” De Nederlandsche Spectator 1894: 319-320.
Review of: V. Fausböll, The Jātaka together with its commentary: being tales of the anterior births of Gotama Buddha, vol. 5, London. Museum 1: 101.
1895  & S.A. Naber, “Verslag over eene bijdrage van den heer J.S. Speyer, getiteld Kritische Nachlese zu Açvagosha’s Buddhacarita.” VMKAW 3,11: 339.
“Foreign numerals in traders’ slang in Southern India.” Indian Antiquary 24: 82.
“Ter herinnering aan P.J. Veth.” IG 17,1: 609-612.
Review of: C.C. Uhlenbeck, Handboek der Indische Klankleer, Leiden 1894. De Nederlandsche Spectator 1895: 266.
Review of: K. Bohnenberger, Der altindische Gott Varuna nach den Liedern des Rgveda: eine religionsgeschichtliche Untersuchung, Tübingen 1893. Museum 2: 174.
Review of: G. E. Gerini, Chŭḷăkantamaṅgala or the tonsure ceremony as performed in Siam, Bangkok 1893. IAE 8: 187.
1896  Manual of Indian Buddhism, Strassburg (Grundriss der Indo-Arischen Philologie und Altertumskunde = Encyclopedia of Indo-Aryan Research 3,8). – Indian reprint Bombay 1898 and Varanasi 1968; Japanese translation by S. Tachibana, revised by Dr. B. Nanjo, Bukkyo taiko, Tokyo 1914.
“Over de bijschriften op het beeldhouwwerk van Boro-Boedoer.” VMKAW 3,12: 119-128.
& J.S. Speyer, “Verslag over eene verhandeling van W. Caland onder den titel Die altindischen Todten- und Bestattungsgebräuche .” VMKAW 3,12: 223-224.
“Twee krijgstochten uit den Indischen Archipel tegen Ceilon.” BTLV 46: 240-245.
“Aus der indischen und der keltischen Sagenwelt.” In: Gurupūjākaumudī: Festgabe Albrecht Weber, Leipzig, pp. 93-94.
“Een overblijfsel van eene verouderde declinatie in de taal der Zend-Avesta.” In: Mélanges Charles de Harlez : recueil de travaux d’érudition offert à Mgr. Charles de Harlez à l’occasion du 25e anniversaire de son professorat à l’Université de Louvain 1871-1896, Leyde, pp. 140-142.
“Additional note on writing in Borneo.” IAE 9: 61-62.
“Ein çivaïtisches Heiligthum auf Borneo.” IAE 9: 89.
Review of: C.C. Uhlenbeck, Handboek der Indische klankleer, Leiden 1894; and of: C.C. Uhlenbeck, Kurzgefasstes etymologisches Wörterbuch der Gotischen Sprache, Amsterdam 1896. Taal en Letteren 6: 331.
Review of: A.W. Potanin, Reisen in Ost-­Siberien, der Mongolei, Tibet und China, [in Russian], Moskau 1895. IAE 9: 53-54.
1897  Het gebruik onzer taal in Nederlandsch Indië, rede den 24en Augustus 1897 op het XXIVe Nederlandsch taal- en letterkundig congres te Dordrecht gehouden, Dordrecht.
“Een Russische geleerde over de beeldhouw­ werken van de Boro boedoer.” BTLV 47: 49-56.
“Pāli patta = praṇihita.” Zeitschr. für vergl. Sprachforschung 34, 160.
Review of: G.U. Pope, A first catechism of Tamil grammar. Museum 4: 153.
1898  “Eene merkwaardige tekstverknoeiing in ’t Oudjavaansche Rāmāyaṇa.” BTLV 49: 171-173.
“Beschreven steen van Tjandi Sewoe.” BTLV 49: 548.
“Bijdragen tot de spraakkunst van het Oudjavaansch.” BTLV 49: 635-654.
“Canis, cuni.” TNTL 18 (Nieuwe Reeks 9): 192.
“Het accent der Sanskritwoorden, die overgenomen zijn in de Indonesische talen.” Handelingen van het eerste Nederlandsche Philologen-­Congres, p. 184-185.
Review “Een blik op het Indisch tooneel” of: J. Ph. Vogel, Het leemen wagentje: Indisch tooneelspel uit Sanskrt en Prâkrt in het Nederlandsch vertaald, Amsterdam 1897. De Gids 62: 466-496. – Abstract included into: Taal en Letteren 8: 478.
Review of: E. Windisch, Māra und Buddha, Leipzig 1895. Museum 5: 42.
1899  “Over den aanhef eener buddhistische inscriptie uit Battambang.” VMKAW 4,3: 65-81.
“Bijdragen tot de spraakkunst van het Oudjavaansch.” BTLV 50: 96-110; 231-246; and 401-404.
“Bevordering van oudheidkundig onderzoek in Fransch Achter-Indië.” BTLV 50: 405-408.
Review of: C.C. Uhlenbeck, Kurzgefasstes etymologisches Wörterbuch der altindischen Sprache, Amsterdam 1899. Taal en Letteren 10: 188-190.
1900  Râmâyaṇa: Oudjavaansch heldendicht, ’s-Gravenhage KITLV.
“Bijdragen tot de spraakkunst van het Oudjavaansch.” BTLV 51: 263-271.
& C. P. Tiele, “Over een merkwaardig Paliwoord.” Handelingen van het tweede Nederlandsche Philologen-­Congres, p. 164.
“Over de opleiding van Indische ambtenaren bij het Binnenlandsche Bestuur in Nederlandsch-Indië [interview van prof. Kern]. Hollandia 17.
“Verslag omtrent het twaalfde Orientalisten congres te Rome.” Tijdschrift voor Neerland’s Indië NS 2,4: 114.
“Over eene vertaling van enkele hoofdstukken uit de heilige schrift der Zuidelijke Buddhisten.” [= Review of: K. E. Neumann, Die Reden Gotamo Buddho’s II, 1e Lfg.] Tijdschrift voor Neerland’s Indië NS 2,4: 333.
Review of: J. Ehni, Die ursprüngliche Gottheit des vedischen Yama. Museum 7: 143.
1901  De legende van Kuñjarakarṇa volgens het oudst bekende handschrift, met Oudjavaanschen tekst, Nederlandsche vertaling en aanteekeningen, Amsterdam (Verhandelingen KAW NR 3,3). – Translated into English by Miss L.A. Thomas: “The Legend of Kunjarakarna,” The Indian Antiquary 32 (1903) 111.
& J.S. Speyer, “Verslag over eene verhandeling van W. Caland, [Altindisches Zauberritual.]” VMKAW 4,4: 62-64.
“Bijdragen tot de spraakkunst van het Oudjavaansch.” BTLV 53: 161-183; 512-531.
“Feestrede, gehouden ter gelegenheid van ’t 50jarig bestaan van ’t Kon. Instituut Taal-, Land- en Volkenkunde.” BTLV 53 Notulen van bestuursvergadering …: iii-xxiii.
1902 “Bijdragen tot de spraakkunst van het Oudjavaansch.” BTLV 54: 173-194.
“Oorsprong van het Maleische Woord Bedil.” BTLV 54: 311-312.
“De Bataksche tooverstaf en de Indische vajra.” IAE 15: 155-156.
“Een nieuw werk over den Boroboedoer.” [= Review of: C.M. Pleyte, Die Buddha­legende in den Skulpturen des Tempels von Boro-Budur.] Tijdschrift voor Neerland’s Indië, NS 3,1: 42.
Review of: K.F. Johansson, Bidrag till Rigvedas tolkning, Upsala 1897. Museum 9 (1901-1902): 172-175.
1903  “Bijdragen tot de spraakkunst van het Oud-javaansch.” BTLV 55: 345-357.
“Dravidische volksnamen op Sumatra.” BTLV 55: 358-362.
“Cawĕli.” BTLV 55: 442-443.
“Een oud Javaansch geschiedkundig gedicht uit het bloeitijdperk van Madjapahit.” IG 25,1: 341-360.
“Indische verwanten van Gotischusbaugjan.” Museum 10: 18.
“Over den oorsprong van ’t Maleische kutika.” VMKAW 4,5: 59-64.
1904  “Beteekenis en oorsprong van ’t Asidhārāvratam der Indiërs.” VMKAW 4,6: 21-30.
“Otto Böhtlingk.” Museum 11: 321.
“Gedenkteekenen der oud-indische beschaving in Kambodja.” Onze eeuw, October.
1905  “Eenige plaatsen uit den Nāgarakrtāgama betreffende Hayam Wuruk.” BTLV 58: 357-363.
“Iabadioe.” BTLV 58: 364-367.
“Een Oudjavaansche inscriptie van den jare 1272 Çaka.” BTLV 58: 655-662.
Review of: J. Dahlmann, Die Sāmkhya-­Philosophie als Naturlehre und Erlösungslehre. Berlin 1902. Museum 12: 130-133.
1906  “In Memoriam dr J.L.A. Brandes.” BTLV 59: 1-6.
“Bijdrage tot de Spraakkunst van het Oudjavaansch.” BTLV 59: 229-262.
“Levensbericht van T.N. van der Stok.” Handelingen en mededeelingen van de MNL te Leiden, over het jaar 1905-1906: 6.
“Levensbericht van J.L.A. Brandes.” Handelingen en mededeelingen van de MNL te Leiden, over het jaar 1905-1906: 30-51 [bibliography on pp. 46-51].
“Turaṇyasad.” VMKAW 4,7: 227-230.
“Een Hollandsch woord in het Tamil en het Kanareesch.” TNTL 25 (NR 17): 79.
Review of: W. Geiger, Dīpavaṃsa und Mahāvaṃsa, Leipzig 1905. Museum 13: 287-288.
1907  Het Boeddhisme: overzicht van leer en geschiedenis naar Prof. Kern’s Manual of Buddhism / onder diens toezicht bew. door G. Mannoury, Amsterdam (Wereldbibliotheek 52/53). – Revision of: Manual of Indian Buddhism, Strassburg 1896; reprints of the revised ed. Amsterdam 1911 and 1919.
“Vaitulya, Vetulla, Vetulyaka.” VMKAW 4,8: 312-319.
“Buddhistische vertellingen met zedelijke strekking.” [On: J. Dutoit, Jatakam Lfg 1, Leipzig] De Nederlandsche Spectator 1907: 70.
“Suursak.” TNTL 26: 140.
“De wij-inscriptie op het Amoghapâça-beeld van Padang Tjandi (Batang Hari-districten).” TBG 49: 159-170.
1908  “Notice sur la vie et les travaux de M. Graziado Ascoli.” In: Académie des inscriptions et belles-­lettres. Comptes rendus des séances de l’année 1908.
“Grieksche woorden in het Sanskrit.” In: Sertum Nabericum. Leiden, 1908, p. 205.
“Een oud-javaansche oorkonde gevonden op de helling van den Kawi.” BTLV 60: 45-51.
“Austronesisch en Austroasiatisch.” BTLV 60: 166-172.
“Het woord voor pauw in Santali, Mon en Indonesisch.” BTLV 60: 173-174.
“I. De eerste zang van den Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 61: 395-403.
“II. Korte geschiedenis van Koning Rājasa in den Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 61: 403-408.
Review of: Linguistic Survey of India, [vol. 4], Calcutta. BTLV 61: 173.
Review of: Linguistic Survey of India, [vol. 9,3], Calcutta. BTLV 61: 391-394
1909  Het Nederlandsch in Nederlandsch-Indië, Leiden. – Rede uitgesproken door den oud-hoogleraar prof. dr H. Kern op het XXXe Nederlandsche Taal- en Letterkundig congres, gehouden te Leiden van 26-28 augustus 1908.
“Das Verbum āyūhati im Pāli.” IF 25 (Fest­schrift Karl Brugmann): 234.
Review of: Linguistic Survey of India, [vol. 9,2], Calcutta. BTLV 62: 747-748.
1910  Itinerario: voyage ofte schipvaert van Jan Huygen van Linschoten naar Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592, 2 dln, ’s-Gravenhage (Uitgave Linschoten-Vereeniging 2). – revised reprint by H. Terpstra, 3 vols, ’s-Gravenhage 1955-1957 (Werken uitgegeven door de Linschoten-Vereeniging 57; 58; 60).
“Over den persoonsuitgang matha in een Indisch dialekt.” Handelingen van het zesde Nederlandsche Philologencongres, pp. 52-54.
“Gegevens van professor Kern over Hindoerecht (1907-1010): A. Nota over ’s vorsten recht op den grond volgens de rechtsboeken; B. Mededeeling … over recht van privaateigendom op den grond op Java in de Middeleeuwen.” In: Adatrechtbundel I: 197-198.
“De Sanskrit-inscriptie van ’t Mahākṣobhya beeld te Simpang.” TBG 52: 99-108.
“Epigrafische aanteekeningen.” TBG 52: 123-125.
“Geschiedkundige gegevens in ’t gedicht Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 63: 1-32.
“Zang V tot XII en XV tot XVII van den Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 63: 337-367.
1911  “Beschrijving van den graftempel te Kajĕnĕngan volgens Nāgarakrĕtāgama, zang XXXVII.” BTLV 65: 128-131.
“Sanskrit-inschrift van Toek Mas (Dakawoe).” BTLV 65, 334-336.
“Rassen en talen in den Archipel” en “Het Hindoeïsme.” In: H. Colijn, Neerlands-Indië: land en volk, hoofdstuk III en Hoofdstuk VI sub II, Amsterdam, pp. 102-117 and 219-242.
Review of: W. Volz, “Südost Asien bei Ptolemäus,” in Geographischen Zeitschrift 17: 31-44. TAG, 2e Serie, 28: 522.
1912  & Bunyiu Nanjio (eds), Saddharmapuṇḍarīka, St. Petersbourg (Bibliotheca Buddhica 10). – Fotomech. herdruk Osnabrück 1970; repr. Tokyo 1977.
“Het infix-prefix IN.” BTLV 66: 252-253.
“Zang XVIII tot XXII van den Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 66: 337-347.
“Kalmāṣapāda en Sutasoma.” VMKAW 4,11: 170-208.
“Deutung einer mißverstandenen Stelle im Mahāvastu.” IF 31 (Festschrift für Berthold Delbrück): 194-197.
“Naschrift (op W. Volz, Südost Asien bei Ptolemäus)”. [Postscript; see 1911]. TAG 2e Serie, 29: 70.
1913  The Bṛhat-Saṃhitā or complete system of natural astrology of Varahamihira, chapter 86-106 [continued from 1875 and concluded]. Verspreide Geschriften 2, p. 104.
“Oudheidkundig onderzoek in Engelsch-­Indië.” [Review of: J.Ph. Vogel, Antiquities of Chamba State P. I.; the same, Excavations of Saheth-Maheth.] BTLV 67: 1-12.
“Een nieuw werk over de geschiedenis der Bengaalse taal- en letterkunde.” [Review of: D. Chandra Sen, History of Bengali language and literature.] BTLV 67: 13-21.
“Oudheidkundige nasporingen in Orissa [Review of: Nagendranath Vasu, Archaeo­logical Sur­vey of Mayurabhanja vol. 1]. BTLV 67: 152-156.
“Zang XXIII tot XXXII van den Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 67: 189-202.
“Zang XXXIII tot XXXVI en XXXVIII, XXXIX, L, LI van den Nāgarakrĕtāgama. BTLV 67: 367-382.
“Inscriptie te Kota Kapoer (Bangka).” BTLV 67: 393-400.
“Grafsteenopschrift van Koeboer Radja.” BTLV 67: 401-405.
“Een oud-javaansche steeninscriptie van Koning Er-langga.” BTLV 67: 610-622.
“Zang LII tot LXXIV van den Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 68: 382-421.
Review of: W. Geiger, The Mahāvamsa translated into English, London 1912. Museum 20: 172.
“Javaansche geschiedschrijving,” Review of: Hoesein Djajadiningrat, Critische beschouwing van de Sadjarah Bantĕn: bijdrage ter kenschetsing van de Javaansche geschiedschrijving, Academisch Proefschrift, Haarlem 1913. De Gids 77,3: 364-368.
1914 “Zang LXXV tot LXXXIII van den Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 69: 33-51.
“Zang LXXXIV tot XCI van den Nāgarakrĕtāgama. BTLV 69: 297-313.
“Oudheidkundig onderzoek in Burma.” [Review of: Report Archaeological Survey Burma for the Year Ending 31st March 1913.] BTLV 69: 314-316.
“Zang XCII tot het einde van ’t gedicht Nāgarakrĕtāgama.” BTLV 69: 601-610.
“Opmerkingen over eenige Pali-woorden.” VMKAW 4,12: 224-241.
“[Buddhism in] Java, Bali and Sumatra.” In: Hastings, Encyclopaedia of Religion and Ethics, vol. 7, p. 495.
Review of: R.O. Franke, Dīghanikāya: das Buch der langen Texte des buddhistischen Kanons, in Auswahl übers., Göttingen 1913. Museum 21: 369.
Review of: M. Winternitz, Geschichte der Indischen Literatur, II, 1: Die buddhistische Literatur, Leipzig 1913. Ostasiatische Zeitschrift 2: 471-481.
Review of: Metteya, Die Religion von Bur­ma, übersetzt von Müller-Uhlitz, Breslau 1911; Die letzten Tage Gotamo Buddhos aus dem grossen Verhör über die Erlöschung Mahaparinibbanasuttam des Pali-Kanons, übersetzt von K.E. Neumann, München 1911; H.L. Held, Buddha I, München-Leipzig 1912. Ostasiatische Zeitschrift 2 (1913-1914): 228-232.
“Erwiderung auf die Berichtigung von K.E. Neumann.” Ostasiatische Zeitschrift 2 (1913-1914): 367.
“Hollanders op Formosa.” De Gids 78,1: 366-378.
1915  “Eene juiste verklaring van twee plaatsen uit den Nāgarakṛtāgama.” BTLV 70: 221-222.
“Over ’t Sanskritvers aan ’t begin der inscriptie van den Minto-steen.” BTLV 70: 223-224.
“Gītada, Bahi, Indrāṇī, Çacī.” BTLV 70: 676-677.
Review of: A. Hillebrandt, Mudrārākṣasa by Viśākhadatta, Breslau 1912. Museum 22: 202.
“Malay Archipelago.” Encyclopaedia of Religion and Ethics, vol. 8, blz. 345.
Review of: G.P. Rouffaer en J.W. IJzerman (eds), De eerste schipvaart der Nederlanders naar Oost-Indië onder Cornelis de Houtman, 1595-1597: journalen, documenten en andere bescheiden van C. de Houtman, vol. 1, ‘s-Gravenhage 1915. TKNAG 32: 866.
1916  Toevoegselen op ’t “Woordenboek van Childers, 2 vols, Amsterdam (Verhandelingen KAW NR 16,4-5). – Suppl. on: A dictionary of the Pâli language, London 1872-1875.
“Sāmba en Yajñawatī.” BTLV 71: 412-413.
“Iets over de hellen der Buddhisten.” BTLV 71: 414-420.
“Oudheidkundig onderzoek in Burma.” Review of: [Report Archaeological Survey Burma for the year ending 31st March 1915] BTLV 71: 421-424.
“Oudheidkundig onderzoek in Engelsch-Indië.” [Review of: Annual Progress Report, Hindu and Buddhist Monuments, Northern Circle for the Year Ending 31st March 1914; and six other “Reports” ] BTLV 72: 381-394.
“Over den vermoedelijken oorsprong der Naga-vereering.” BTLV 72: 395-398.
“Yawana als naam van Annam.” BTLV 72: 399-400.
“Een tooneelstuk uit het oude Indië.” NRC, avondblad, 4 October 1916.
“Een Russisch geleerde over Buddhistische Kunst.” [Translation of: S. Th. Oldenburg, Zametki o Buddijskom iskusstoe. In Dutch.] Verspreide Geschriften 4, 211. [Chapter III of this article was published previously as: “Een Russisch geleerde over de beeldhouwwerken van den Boroboedoer.” BTLV 47 (1897): 49].
Review of: W. Caland and A.A. Fokker, Drie oude Portugeesche verhandelingen over het Hindoeïsme, Amsterdam 1915. Museum 23: 89.
1917  “Zang I-III, IV-V, VI van ’t Oudjavaansche Rāmāyaṇa in vertaling.” BTLV 73: 1-29, 155-177, 472-494.
“Surūpa.” BTLV 73: 29.
“Kalana.” BTLV 73: 176.
“Barhala.” BTLV 73: 495-496.
“Een en ander over koning Jayabhaya.” BTLV 73: 497-501.
“Een Indische wedergade van de legende der Heilige Lucia.” De Gids 81,2: 534-540.
Review of: H. Oldenberg, Die Lehre der Upanishaden und die Anfänge des Buddhismus, Göttingen 1915. Museum 24: 11.
1918  & W. Caland. “Verslag omtrent eene door B. Faddegon aangebodene verhandling getiteld: “The Vaiçeṣika-system described with the help of the oldest texts.” VMKAW 5,3: 151-152.
“Het lied van Ambapālī uit de Therāgāthā.” VMKAW 5,3: 153-161.
1919  Het oud-javaansche lofdicht Nāgarakṛtāgama van Prapañca (1365 A.D.): tekst en vert. en bespreking, overgedr. uit de verspreide geschriften, dl. 7-8 van H. Kern; met aanteek. van N.J. Krom, ’s-Gravenhage KITLV.
1922  Het oud-Javaansche lofdicht Nagarakertagama van Prapantja (1365 A.D.), de vert. en bespr. van H. Kern met aanteek. van N.J. Krom, populair bew. ten behoeve van de Commissie voor de Volkslectuur [door L.F. van Gent], Weltevreden.
1933  “Brieven van Kern aan Matthijs de Vries,” [publ. and postcript by J.Ph. Vogel]. De Gids 97,2: 80-94 and 224-241.
2011  “Adityawarman: three inscriptions of the Sumatran ‘king of all kings’,” [transl. and annot. from H. Kern and F.D.K. Bosch], ed. by Uli Kozok and Eric van Reijn. Indonesia and the Malay World 38,110: 135-158.